Een groeiend deel van de wereldbevolking zal in enkele jaren in steden wonen. Deze groei doet zich met name voor in steden in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Steeds meer arme mensen trekken daar van het platteland naar de stad, opzoek naar een beter leven met meer zekerheden. En dan? Dan wordt hun situatie er niet zozeer beter op. Met de groei van de steden in deze landen, groeit ook de armoede in de steden. Wat kan stadslandbouw bijdragen om de situatie van de arme stedelijke bevolking in steden te verbeteren?
Voedselproductie dichtbij huis
Een belangrijk kenmerk van stadslandbouw is dat de productie van voedsel plaatsvindt dicht in de buurt van de consumenten. Dit betekent dat het verse voedsel sneller en efficiënter bij de eindgebruiker kan komen. Een ander belangrijk voordeel is dat het verse voedsel daadwerkelijk beschikbaar is voor meer sociale lagen van de stedelijke bevolking, en dat het voor hen ook betaalbaar is. Stadslandbouw verhoogt dus de kwaliteit van het voedsel wat beschikbaar is voor het arme deel van de stedelijke bevolking.
In andere woorden kun je zeggen dat met stadslandbouw de voedselzekerheid in de stad wordt vergroot. Dit is een niet-te-onderschatten voordeel. De toegankelijkheid van vers, gezond voedsel in dichtbevolkte, arme stedelijke buurten verhoogt het niveau van gezondheid van deze mensen en vergroot dus hun vermogen om de kansen in hun leven te kunnen grijpen. Daarnaast is voedsel natuurlijk een eerste levensbehoefte. De voedselzekerheid zorgt er dus voor dat er minder arme mensen lijden onder een tekort aan voedsel, maar ook dat ze de mogelijkheid hebben om hun dieet aanzienlijk te verbeteren.
Dit moet niet worden onderschat. Zoals al eerder is genoemd in dit artikel, wonen er steeds meer arme mensen in steden. Deze stedelingen hebben veel moeite om te overleven in de grote, boze stad. Daarnaast zijn er in deze gezinnen veel zorgen, zoals werkeloosheid, een laag inkomen, geldnood, alcoholisme, drankverslaving, enzovoort. Ook is er in steden veel sprake van honger en ondervoeding. De mogelijkheid voor deze mensen om gezonde voeding voor een lage prijs te kunnen kopen, kan grote verschillen maken.
Zelf groente en fruit verbouwen
Bovenstaand punt (voedselzekerheid en de beschikbaarheid van betere kwaliteit voeding voor een betaalbare prijs) staat niet op zichzelf, maar moet in verband worden gezien met een andere mogelijkheid die stadslandbouw biedt aan de arme stedelijke bevolking: zelf voedsel kunnen produceren. Het stedelijk leven is een hard leven. Er heerst veel werkeloosheid, uitzichtloze situaties, ziektes, verslavingen, geweld, enzovoort. Stadslandbouw geeft deze mensen de mogelijkheid om te beschikken over voedsel zonder afhankelijk te zijn van anderen of andere factoren.
Zo kan een alleenstaande moeder haar kinderen gezond voedsel geven. Dit kost haar tijd, maar het is voor haar mogelijk om dit naast haar werk of samen met anderen te doen. Dan is ze niet afhankelijk van een onstabiel inkomen of andere personen of de discriminatie waarmee ze als vrouw te maken krijgt, zoals een lager inkomen.
Of wanneer de kostwinner van een gezin plotseling werkeloos raakt, ziek wordt of kampt met een verslaving (alcohol, seks, gokken), heeft het gezin nog steeds toegang tot gezond voedsel wanneer ze dit zelf verbouwen. Hierdoor verbetert de kwaliteit van het voedsel wat ze eten, want ze eten meer vers voedsel dat ze zelf verbouwen.
Wanneer ze een overschot verbouwen, kunnen ze dit bovendien verkopen aan anderen. Hierdoor kan stadslandbouw een inkomstenbron zijn. Dit is steeds meer te zien in de enorme wereldsteden in ontwikkelingslanden en ontwikkelende landen. Men verbouwd zelf voedsel thuis, in de stad, achter in de tuin of op een nabij gelegen stukje grond. Sommigen houden zelfs kippen, geiten, varkens of een koe. Allemaal op de beperkte ruimte die ze hebben. Ze consumeren het voedsel zelf, maar verkopen ook een deel aan anderen, bijvoorbeeld op een markt of op straat. Hierdoor voorzien ze zichzelf van gezond voedsel, bieden ze anderen gezond voedsel én genereren ze een klein, extra inkomen. De investeringen hiervoor zijn klein (qua geld) of op te brengen (qua tijd), terwijl de opbrengsten groot zijn (qua voedselzekerheid, gezond voedsel van goede kwaliteit en in geld).
Deze stadsboeren produceren aanzienlijke hoeveelheden voedsel voor stedelijke consumenten. Een ruwe schatting is dat in 1993 al 15-20 procent van het voedsel in de wereld werd geproduceerd in stedelijke gebieden. Dit cijfer zal nu vele malen hoger zijn.
Kans voor sociale achtergestelde groepen
Uit onderzoek blijkt ook dat stadslandbouw een kans biedt voor de sociale groepen die in de stedelijke samenleving een achtergestelde situatie hebben. Denk bijvoorbeeld aan vrouwen, gehandicapten, ouderen en kinderen. Deze mensen zijn met stadslandbouw niet afhankelijk van de mening van anderen over werk, inkomen, sociale regels en mogelijkheden. Stadslandbouw biedt hen namelijk de mogelijkheid om zelf te voorzien in voedsel én in een inkomen. Dit gebeurt veilig achter de voordeur, buiten het oog van anderen die het werk afkeuren of die hen afkeuren.
Stadslandbouw vs. plattelandslandbouw
Stadslandbouw kan niet worden gezien zonder landbouw dat op het platteland wordt uitgevoerd. Het een sluit het ander absoluut niet uit. Er zijn nog steeds belangrijke voedselgroepen die niet in de stad (kunnen) worden verbouwd. Dit zijn producten die veel ruimte nodig hebben, zoals graan en mais. Maar ook bepaalde veesoorten hebben veel ruimte nodig om te grazen of veel voedsel om te eten, zoals koeien en schapen. Ook deze veesoorten worden nog steeds met name buiten de stad gehouden.
Het nationale voedselsysteem is nog steeds afhankelijk van de efficiëntie van de landbouw op het platteland. Toch kan de stad voorzien in voedsel wat bederfelijker is, wat gemakkelijker op kleine oppervlakten kan worden verbouwd en wat efficiënt kan worden verbouwd zodat het snel voedsel van kwaliteit kan opleveren.
Stadslandbouw biedt kansen
Stadslandbouw biedt dus ontzettend veel kansen, zoals:
- Voedselzekerheid in de stad;
- Voedselzekerheid voor de arme stedelijke bevolking;
- Voedsel van betere kwaliteit;
- Gezonde voeding voor de arme stedelijke bevolking;
- Kansen voor achtergestelde sociale groepen;
- Mogelijkheid op een extra inkomen.
De investeringen die men moet doen voor stadslandbouw, zijn klein en mogelijk. Men heeft ruimte nodig, waarover men vaak al dient te beschikken. Daarnaast heeft men minimale middelen nodig om het land te kunnen verwerken. Ook zaden zijn niet duur. Voor de geldinvesteringen zijn er in toenemende mate microkredieten beschikbaar, waar onder andere Koningin Maxima zich voor inzet. De hoogste investering is de investering van tijd.